Zuivelmuseum
|
||||
Gedomesticeerde dieren voorzien de mensheid al duizenden jaren van vlees, melk, huid, wol en hoorn. Volgens de recentste wetenschappelijke inzichten melkt de mens al meer dan 8.500 jaar koeien en geiten. Mensen ontwikkelden zelfs een ‘melkdrinkgen’ om ook op volwassen leeftijd de lactose in melk verteerbaar te maken. Kennelijk kregen diegenen die melk van de eigen veestapel dronken evolutionair een voetje voor. Koeien zijn intussen geëvolueerd tot heuse melkrobots. De voorbije honderd jaar verdubbelde de melkproductie tot 6.000 liter melk per koe per jaar. In het Zuivelmuseum in Blankenberge (deelgemeente Uitkerke) wordt het melk-, boter- en kaasgebruik uitgebreid uit de doeken gedaan. Klemtoon ligt op de geschiedenis van na 1700 en de artisanale bewaring, bereiding en handel van/in melk en afgeleide producten. Het museum bezit schitterende collecties van onder meer oude melkteilen en -flessen, antieke karnen en botervormen (zie voorbeelden onder), filterapparatuur, afromers, kaaspersen en -stolpen en is zowel educatief als vormelijk mooi uitgewerkt. Dit private museum is het levenswerk van Marcel De Jonghe die al sinds 1956 alles verzamelt wat met zuivel te maken heeft. Van professie was deze bedrijfleider verdeler van schoolmelk. Het museum, dat stellig over een van de allergrootste collecties zuivelmateriaal beschikt, werd helemaal door zijn familiebedrijf bekostigd. Dit zorgvuldig bewaarde zuivelerfgoed toont hoe verregaand de mens van dieren afhankelijk kan zijn, en dit sinds vele eeuwen. Een bezoek aan het Zuivelmuseum is bijzonder leerrijk. Het illustreert hoe ingenieus en sierlijk oude gebruiksvoorwerpen zijn geweest en hoe snel de technische ontwikkelingen de voorbije eeuw zijn gegaan. En men leert er waar woorden als smeergeld of een boterbriefje vandaan komen. In de zomermaanden is het Zuivelmuseum dagelijks open van 10 tot 17 uur. Een bondige brochure (29,5 x 21 cm., 40 blz.) over het museum is tevens te koop.
Meer bijzonderheden zijn te vinden op www.zuivelmuseum.be |
||||